bouwwerken

Architect Oscar Leeuw: een vergeten grootheid

portret architect oscar leeuw
François Joseph Oscar Leeuw, 1938 (Wikimedia Commons)

Oscar Leeuw was in het begin van de twintigste eeuw een grote naam als architect te Nijmegen. In de vooroorlogse keizerstad was er geen straat zonder een bouwwerk van zijn hand. Ook in ’s-Hertogenbosch heeft hij zijn sporen nagelaten. Het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen koos hem in 1924 voor het vormgeven van hun ambitieuze toekomstplannen. De oude Jacobskerk -tot voor kort nog in gebruik als militair arsenaal- moest nu de nieuwe huisvesting worden voor hun museumcollectie en bibliotheek. Geen gemakkelijke opgave.

groot tuighuis ansichtkaart 1915
Foto uit 1903 met militairen voor het gebouw, dan (onderdeel van) de Sint-Jacobskazerne. In de voorgevel ramen en vooral deuren die toegang geven tot de opslagruimten. Bovenin een hijsbalk om spullen op de verdiepingen te takelen. © Erfgoed ’s-Hertogenbosch

Jonge jaren van Oscar Leeuw

François Joseph Oscar Leeuw zag het levenslicht op 28 juli 1866 in Roermond. Zijn vader was de in die tijd bekende beeldhouwer Henri Leeuw sr. Pa had een Franse opleiding genoten en stond op goede voet met de architect Viollet-le-Duc.  Hij was het ook die de jonge Pierre Cuypers introduceerde bij deze vermaarde bouwmeester.

De oudere broer van Oscar -Henri Leeuw jr.- genoot bekendheid als schilder en beeldhouwer.  Het is duidelijk dat een telg uit een dergelijk nest niet snel in een kantoorfunctie belandt. Van 1879 tot 1883 bezocht Oscar de Rijks Hogereburgerschool te Roermond. Daarna volgde hij een opleiding aan de Teekenschool in zijn geboorteplaats. In 1888 behaalde hij daar de acte Middelbaar Tekenen.

Reeds tijdens zijn opleiding was hij al enkele jaren actief geweest bij de gemeente-architect van Nijmegen. Samen met zijn vader en broer Henri had hij zich inmiddels in deze stad gevestigd. Na een intermezzo van negen jaar (1891-1900) als tekenleraar aan de Nijmeegse Gemeentelijke HBS, kon hij zich geheel gaan richten op het ontwerpwerk. Daarin was hij uiterst succesvol. Het legde hem en zijn broer geen windeieren.

henri en oscar leeuw in hun kantoor
Oscar Leeuw (links) en zijn broer Henri Leeuw jr. (rechts) in het souterrain van hun woonhuis, tevens architectenbureau Graafseweg 58-60 Nijmegen, circa 1910. (Wikimedia Commons)

De succesvolle architect Oscar Leeuw

Het bureau dat Oscar Leeuw runde samen met zijn vader en broer lag goed bij gefortuneerde opdrachtgevers. Denk daarbij aan bijvoorbeeld rijke industriëlen en bankiers. Dat leidde in de jaren 1902-1904 o.a. tot de bouw van het opvallende Jugendstil jachtslot Mookerheide voor de rijke rentenier Jan Jacob Luden. Geld speelde voor hem geen rol, zodat de hele familie Leeuw zich kon uitleven in exterieur en interieur van dit buitenverblijf.

jachtslot Mookerheide exterieur

jachtslot Mookerheid interieur
Het Jachtslot Mookerheide, gelegen tussen Molenhoek en Groesbeek. Links de buitenkant, rechts een blik binnen. Foto's auteur.

Andere kenmerkende ontwerpen van de hand van Leeuw zijn het Concertgebouw ’De Vereeniging’, Museum Kam en de voormalige synagoge in Nijmegen.

De Vereeniging Nijmegen
Concertgebouw De Vereeniging te Nijmegen. (Wikimedia Commons)

Museum Kam Nijmegen
Museum Kam te Nijmegen.. (Wikimedia Commons)

Qua stijl zien we een beweging van Jugendstil, naar Expressionistische architectuur naar een meer sobere baksteen stijl. Na de dood van Henri senior in 1909 ontstond er een nauwe samenwerking met Huib Luns. Hij was de oprichter en eerste directeur van de koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten in de stad. Die functie vervulde hij in de periode 1918-1923.

Ontwerp fontein-monument ’s-Hertogenbosch

Al vóór 1900 komen we de broeders Leeuw tegen in ’s-Hertogenbosch. Zij deden namelijk mee aan de in 1895 uitgeschreven prijsvraag voor het ontwerp van een fontein-monument. In 1894 was de Commissaris van de Koningin (jhr.mr. P.J. van Drakestein) overleden. Hij liet een legaat na aan de gemeente ’s-Hertogenbosch van 10.000 gulden bestemd voor de oprichting van een gedenkteken met gratis drinkwatervoorziening. De prijsvraag leverde drie bekroonde ontwerpen op. Het ontwerp van Henri jr. en Oscar Leeuw kreeg de eerste prijs.

ontwerp fontein Henri en Oscar Leeuw
Het nooit gebouwde winnende ontwerp van de gebroeders Leeuw. Zie: Nooit gebouwd: Een draak van een fontein | Erfgoed 's-Hertogenbosch

Toch werd het niet uitgevoerd. Stadsarchitect J. Dony had moeite met de ‘moderne stijl’ die volgens hem niet paste bij de eclectische stijl van de door hem ontworpen gevelwanden langs de Stationsweg. Blijkbaar deelde de Bossche gemeenteraad deze mening. Ze gaf vervolgens aan Dony zelf de opdracht voor het maken van een nieuw ontwerp. Uiteindelijk vond de oplevering van de fontein plaats in 1903. Deze hele gang van zaken moet Henri en Oscar Leeuw een bittere nasmaak hebben gegeven.

Plannen voor Casino

In 1920 lijkt de hele fontein-affaire weer vergeten. We spreken ook over twintig jaar later. Op 27 september van dat jaar vergaderde de gemeenteraad over het beschikbaar stellen van middelen voor de bouw en inrichting van een concert-schouwburgzaal (Casino). Het bestuur van de Sociëteit Casino had architect Oscar Leeuw gevraagd enkele schetstekeningen te maken. Het Nijmeegse concertgebouw ‘De Vereeniging’ diende daarbij als voorbeeld. Burgemeester en wethouders waren warme voorstanders van deze plannen. De stad ’s-Hertogenbosch moest mee in de vaart der volken.

De plannen van Leeuw zijn nooit uitgevoerd. Uiteindelijk heeft het nog 15 jaar geduurd voor de stad kon beschikken over een vernieuwd theater.

Genootschap op zoek naar een nieuwe huisvesting

Het in 1837 opgerichte Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen was een gezelschap van eerbiedwaardige heren.
Zij traden op als bewakers van het Brabants erfgoed. Naast een omvangrijke bibliotheek beschikte het Genootschap over een bescheiden museumcollectie. De museale voorwerpen werden in de negentiende eeuw tentoongesteld in de oude Boterhal aan de Pensmarkt.

de oude Boterhal aan de Pensmarkt
De oude Boterhal aan de Pensmarkt, circa 1900. © Erfgoed ’s-Hertogenbosch

Toen het Genootschap in 1923 een legaat van 100.000 gulden ontving van mr. C.P.D. Pape, was het al snel duidelijk waaraan deze middelen besteed zouden worden. Het bestuur snakte naar een nieuw onderkomen voor zijn collecties. Voorzitter A. van Sasse van Ysselt opperde in april 1923 de gedachte om de historische collecties over te brengen naar de voormalige Jacobskerk.

Dit idee kreeg vastere vorm in de bestuursvergadering van 15 oktober in datzelfde jaar. Secretaris J. Smit merkte wel op dat de ‘oude Jacobskerk als monument geheel onbetekenend is’. Veertien dagen later bezocht het bestuur het Groot Tuighuis onder leiding van architect Oscar Leeuw. In maart 1924 besloot men de kerk in erfpacht van het rijk te kopen en te gaan verbouwen.

Sint-Jacobskazerne vanuit Jacobsstraat circa 1915
De Sint-Jacobskazerne, gezien vanuit de Jacobsstraat, circa 1915. © Erfgoed ’s-Hertogenbosch

De keuze voor Oscar Leeuw

Het bestuur van het Provinciaal Genootschap heeft klaarblijkelijk al najaar 1923 architect Oscar Leeuw aangetrokken voor de noodzakelijke metamorfose van het militaire arsenaal. De notulen van dit illustere gezelschap maken niet duidelijk of Leeuw is aangetrokken na een uitgebreide selectieprocedure. Wel weten we inmiddels dat hij o.a. als lid van de Schoonheidscommissie goede contacten onderhouden moet hebben met invloedrijke Bosschenaren. Dat zou hier een rol gespeeld kunnen hebben. Ook had hij net zijn naam gevestigd als ontwerper van een museum. In de jaren 1920-1922 verrees in Nijmegen het museum G.M. Kam. Gebouwd op basis van het grondplan van een zelf bedachte Romeinse villa.

Verbouwing Jacobskerk/Tuighuis tot museum

In ’s-Hertogenbosch kreeg de bouwmeester beperkte speelruimte. Keer op keer koos de opdrachtgever voor de goedkoopste variant. Leeuw ontwierp een sobere, bakstenen façade met twee leeuwen als decoratief element. De Rijkscommissie voor de musea dicteerde in de persoon van dr. H.E. van Gelder min of meer de opzet van de binnenruimte. De lichtinval moest verbeterd worden. Dat betekende meer en grotere ramen en het verwijderen van de vloer van de tweede verdieping.

ontwerptekening voorgevel museum Oscar Leeuw 1924
Ontwerptekening van de nieuwe voorgevel van het museum door Oscar Leeuw. Behorend bij de vergunningaanvraag in 1924. © Erfgoed ’s-Hertogenbosch

Op 8 juli1925 ging het Centraal Noordbrabants Museum open voor het publiek. Dat zullen selecte bezoekers zijn geweest. De openingstijden waren in de middag van twee tot vier uur. ‘Personen jonger dan 16 jaar’ kregen geen toegang. De ‘kunsttempel’ mocht niet ontheiligd worden.

inrichting grote hal museum circa 1935
De 'grote hal' van het museum ingericht als tentoonstellingszaal. Links en rechts middeleeuws beeldhouwwerk van de Sint-Jan. © Erfgoed ’s-Hertogenbosch

Warenhuis Vroom&Dreesman

Inmiddels zijn al heel wat generaties Bosschenaren opgegroeid met het vertrouwde beeld van de ‘oude’ V&D aan de Schapenmarkt. Het expressieve gebouw heeft in de loop der jaren wel wat van zijn uitdrukkingskracht verloren.  De oorspronkelijke glas-in-loodramen van Huib Luns zijn grotendeels verdwenen. Ook de gevel en het interieur zijn aangepast naar latere winkeltrends. De twee sculpturen van Mercurius (handel) en Ceres (nijverheid) boven de entree hebben de tand des tijds wel doorstaan. Ze zijn van de hand van de bekende beeldhouwer August Falise.

Je komt niet direct op de gedachte dat de ontwerper van de voorgevel van het Groot Tuighuis ook tekende voor dit warenhuis. Toch verdiepten Oscar Leeuw en zijn oudere broer Henri zich al vroeg in de vormgeving van winkelpanden. In 1896 gaven zij een voorbeeldenboek uit onder de titel ‘Album van Winkelpuien Verzameling van 100 practische ontwerpen voor aannemers, timmerlieden, bouwkundigen enz.’  In de jaren 1929-1935 -met een accent op 1930- werkte Oscar Leeuw als ‘huisarchitect’ van de firma Vroom&Dreesmann.  Hij ontwierp diverse nieuwe vestigingen van het bekende warenhuis. Daarbij opereerde hij vaak in nauwe samenwerking met zijn goede vriend Huib Luns.

vroom en dreesman schapenmarkt den bosch voorgevel
De voorgevel van Vroom & Dreesman aan de Schapenmarkt, circa 2010. © Erfgoed ’s-Hertogenbosch

De plannen en de realisatie van het warenhuis in ’s-Hertogenbosch dateren uit de jaren 1929-1931. De bouw viel tegen omdat na sloop van bestaande panden bleek dat een nieuwe overwelving van de Binnendieze noodzakelijk was. Ook raakte Leeuw in conflict met B&W over de maximale bouwhoogte.

De vergeten architect

In de hertogstad roept de naam ‘Oscar Leeuw’ weinig herinneringen op. Toch liet hij directe en indirecte sporen na. Het Groot Tuighuis en de ‘oude’ V&D zijn de tastbare bewijzen. Vanaf 1919 tot begin 1934 maakte hij deel uit van de Bossche schoonheidscommissie. In die vijftien jaar wisselde hij om en om het lidmaatschap af met een plaatsvervangend lidmaatschap. Op die manier heeft hij ongetwijfeld ook indirect invloed uitgeoefend op de architectuur in de stad.

Oscar Leeuw overleed op 16 februari 1944. Dat was exact 6 dagen vóór het zware geallieerde vergissings-bombardement een groot deel van de Nijmeegse benedenstad verwoestte. Het lijkt wel of de voorzienigheid hem deze teloorgang van veel van zijn ontwerpen heeft willen besparen. Na 1944 zijn nog de nodige panden gesloopt of verloren gegaan. In de tijd van de Wederopbouw ervoer men Leeuws stijl als gedateerd. Daarmee raakte ook zijn werk in vergetelheid. In Nijmegen, maar zeker in ’s-Hertogenbosch.

Geschreven door Francis Witmer

Ook interessant