Herdenken op het station
Op 4 mei om 20:00 uur herdenkt Nederland. Ook in de gemeente ’s-Hertogenbosch staan we op deze dag bij verschillende oorlogsmonumenten stil bij de slachtoffers. Dagelijks lopen honderden tot duizenden mensen langs twee gedenktekens, maar weinigen staan hier even stil.
Ze vallen namelijk niet zo op: twee gedenkplaten op station ’s-Hertogenbosch en station Rosmalen herinneren aan de omgekomen spoorwegarbeiders. Wie waren zij en wat vertelt hun dood ons over de oorlog?
Oorlogsmonument station 's-Hertogenbosch op 4 mei
Meteen herdenken na de oorlog
Na de bevrijding gingen direct veel lokale comités aan de slag met het ontwerpen van een monument voor de oorlogsslachtoffers. De Nederlandse Kring van Beeldhouwers sloeg hierover alarm, deels vanwege het amateurisme van veel ontwerpen, deels uit eigenbelang.
De belangengroep vond dat ‘foute’ beeldhouwers en goedwillende amateurs buitengesloten dienden te worden van opdrachten om monumenten te maken. De kring kreeg door een Koninklijk Besluit gelijk waarna een monumentenstop werd afgekondigd.
De directie van de Nederlandse Spoorwegen besloot vervolgens het initiatief rond gedenktekens voor spoorwegarbeiders naar zich toe te trekken. Met ‘Dienstorder no. 774’ maakte de directie op 2 augustus 1945 bekend dat gedenktekens aangebracht zouden worden op alle stations en in de werkplaatsen waar oorlogsslachtoffers te betreuren waren.
Zwaar beschadigde station ’s-Hertogenbosch kort na de bevrijding in 1944. Bekijk in Beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
‘Afgewezen’ slachtoffers
De NS richtte een speciale Gedenktekencommissie in die een uniforme gedenkplaat ontwierp en naging of de politieke zuiverheid van de slachtoffers wel klopte. Dit laatste betekende dat mensen die ‘fout’ waren geweest in de oorlog geen plek op de gedenkplaat kregen. Ook gingen de commissieleden na of arbeiders zich direct hadden aangesloten bij de Spoorwegstaking. De ontbrekende personen op de gedenkplaten op de stations waren niet per definitie ‘fout’ in de oorlog. Of het oordeel van de commissie bij de ‘afgewezen’ oorlogsslachtoffers klopte, is in sommige gevallen nog steeds onderwerp van discussie.
Eerste spoorherdenking
Het werk van de commissie nam na de oorlog veel tijd in beslag, waardoor het enkele jaren duurde voor op de stations daadwerkelijk oorlogsmonumenten verschenen. Maar de NS wilde 17 september 1945 niet ongemerkt voorbij laten gaan.
Het was op die datum precies een jaar geleden dat de Spoorwegstaking was uitgeroepen. Deze staking moest de Duitse bezetter voor grote transportproblemen plaatsen tijdens de Operatie Market Garden, een van de grootste militaire operaties uit de Tweede Wereldoorlog. De geallieerden probeerden grote delen van Nederland te veroveren, maar de Duitsers sloegen het offensief bij Arnhem af.
Operatie Market Garden mislukte, maar de staking duurde voort. Hierdoor konden treinen met onder andere voedsel West-Nederland niet meer bereiken. Het gevolg was de Hongerwinter waarbij 20 tot 25 duizend mensen omkwamen.
Waarschuwing van de Duitse bezetter voor de gevolgen van de Spoorwegstaking. Met rood potlood is erbij geschreven "Geen moffen!". Bekijk in Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Oorkonde ter herinnering aan de Spoorwegstaking © Micha de Vries
Ondanks de dramatische gevolgen was er kort na de bevrijding veel lof voor het spoorwegpersoneel omdat zij “als één man het werk hebben neergelegd. Deze mannen hebben zichzelf in levensgevaar gebracht”, zoals Minister van Verkeer en Energie Van Schaik verklaarde tijdens de eerste herdenking op 17 september 1945.
In augustus 1945 ontstond het plan bij de NS om de stakers en verzetslieden een herinneringsmedaille aan te bieden als onderscheiding. Na de oorlog kampte Nederland alleen met een fors materiaaltekort. Hierdoor duurde het nog een jaar voordat ruim 35.000 stakers en verzetslieden een bronzen of verzilverde penning kregen voor hun bijdrage aan de Spoorwegstaking.
Herinneringsmedaille Spoorwegstaking. Bekijk in Beeldbank Noord-Hollands Archief.
Gedenkplaten
Op 29 oktober 1947 was station Alkmaar als eerste aan de beurt om een gedenkplaat te onthullen. In de periode die volgde werd op ruim 110 stations een gedenkplaat geplaatst. Vijf jaar na het begin van de staking, op 17 september 1949, plaatste de NS een groot monument naast het hoofdkantoor in Utrecht voor al het omgekomen spoorpersoneel.
In 1981 voegde de NS twee gedenkplaten toe aan dit monument met alle namen van de omgekomen spoorwegarbeiders. Hierbij zaten ook namen van omgekomen arbeiders die nog niet op de gedenkplaten op de stations stonden, omdat ze een twijfelachtig oorlogsverleden hadden.
Onthulling oorlogsmonument van de NS. Bekijk in Beeldbank Utrechts Archief.
Niet alle gedenkplaten zijn in de loop der jaren even goed onderhouden. Verschillende exemplaren zijn verdwenen, bekrast of in privébezit gekomen. Bij verbouwing of sluiting van een station verdwenen namelijk de nodige exemplaren. Gelukkig voor ’s-Hertogenbosch is de gedenkplaat tot twee keer toe meeverhuisd naar het nieuwe station. Bij de bouw van het laatste station heeft de plaat haar huidige plek gekregen naast de boekenwinkel. Ook de gedenkplaat van Rosmalen is in 1981 naar het nieuw geopende station verplaatst.
De Bossche gedenkplaat
De gedenkplaat op het station van ’s-Hertogenbosch is op 14 oktober 1948 in het tijdelijke stationsgebouw onthuld. Drie jaar later opende een compleet nieuw station waarin een speciale plek voor de gedenkplaat was ingericht. Sinds de bouw van het huidige station hangt de plaat aan de centrumzijde naast de boekenwinkel.
Onder de namen staat een beeltenis van het gevleugeld wiel. Dit is het voormalige logo van de NS. Het symbool staat ook op de andere gedenkplaten die op de andere 110 stations zijn aangebracht.
De gedenkplaat van Rosmalen
Op station Rosmalen is op 19 oktober 1948 een gedenkplaat geplaatst. Op dat moment was het treinstation al tien jaar gesloten voor reizigers en werden er alleen nog maar goederen vervoerd. Toen in 1981 het nieuwe station opende, 800 meter verderop, kreeg ook de plaat hier een nieuwe plaats.
© Jim van Brakel
De mannen op de gedenkplaat
Op de gedenkplaat van ’s-Hertogenbosch staan de namen van acht mannen. Op de plaat van station Rosmalen staan twee omgekomen spoorwegarbeiders. Van de één is meer bekend dan van de ander. Wat ze gemeen hadden, was dat ze alle acht voor de spoorwegen werkten en omkwamen tijdens de oorlog.
Sommigen kwamen om bij het uitoefenen van hun werk anderen tijdens verzetsactiviteiten of bombardementen. Het tijdschrift 'Spoor- en Tramwegen' publiceerde in 1947 en 1948 de namen en portretten van de omgekomen spoorwegarbeiders.
Jacobus Willaarts vierde in 1941 nog zijn vijfentwintigjarig werkjubileum bij de Nederlandse Spoorwegen. Enkele jaren later overleed hij. Theodoor van der Mark stond nog aan het begin van zijn carrière stond toen hij overleed. Adriaan van Liere was sinds het begin van de oorlog in dienst bij de NS. Toen hij krap een jaar tot leerling-machinist was benoemd werd zijn trein onder vuur genomen en overleed hij op drieëntwintigjarige leeftijd. Van de acht mannen die op de Bossche gedenkplaat staan, was Engelbert Teunissen de eerste die om het leven kwam. Hij overleed bij een bombardement op 28 juli 1942.
De andere mannen stierven bij geallieerde bombardementen of Duitse beschietingen in 1944 en 1945. De stad ’s-Hertogenbosch werd namelijk zwaar bevochten door de Duitsers en geallieerden. Na Operatie Market Garden begonnen de Duitsers met het vernielen van de spoorbrug, het station en locomotieven. Twee dagen na het begin van Market Garden overleed Hendrik Hoesen, adjunct-commissaris van beroep. Op de 27 oktober 1944, de dag van de bevrijding van de stad, stierf Hendrik Terborg. Hij was ladingmeester en zestig jaar oud.
De stad was dan wel bevrijd maar de Duitsers voerden ook na oktober ’44 regelmatig beschietingen uit op dit gebied. Bij die beschietingen kwam vlak na de bevrijding Johannes van Esch om het leven. Ook Theodoor van der Mark overleed na de bevrijding van de stad net als Cornelis Selsig, kolendrager bij de NS, die werd getroffen door een granaat op 4 maart 1945.
Erelijst
Over de mannen op de gedenkplaat op station Rosmalen kunnen we meer persoonlijke informatie achterhalen via de erelijst van de gemeente ’s-Hertogenbosch. Johannes Maas, roepnaam Harrie, werkte als hulparbeider voor de spoorwegen. Hij was getrouwd en had vier kinderen. In de dagen voor de bevrijding van Rosmalen was er sprake van een gespannen situatie onder de Duitse militairen. Harrie besloot op weg naar huis vanuit ’s-Hertogenbosch langs het spoor te fietsen. Iets wat toen absoluut verboden was. Op enkele honderden meters van zijn huis werd hij door Duitse militairen beschoten. Een dag later overleed hij in het Groot Ziekengasthuis in ’s-Hertogenbosch.
Martinus Heijmans woonde in Rosmalen toen op 10 april 1945 een deel van Rosmalen getroffen werd door Duits granaatvuur van over de Maas. In een poging de overburen te bereiken om poolshoogte te nemen werd hij dodelijk getroffen door een granaatscherf.
Herdenking
Ieder jaar op 4 mei legt de directie van NS bloemen bij het grote monument voor het omgekomen spoorwegpersoneel in Utrecht. Daarnaast plaatst de NS bloemen bij de gedenkplaten op de diverse stations in Nederland. Klokslag acht uur in de avond staan alle treinen twee minuten stil en misschien sta jij, de lezer van dit stuk, binnenkort wel eens stil bij de gedenkplaat op station ’s-Hertogenbosch of Rosmalen.
Geschreven door Martijn van den Berg
Bronnen:
- David Barnouw, Dirk Mulder & Guus Veenendaal, De Nederlandse Spoorwegen in oorlogstijd 1939-1945: Rijden voor Vaderland en Vijand (Zwolle 2019).
- Website Aan hen die vielen van Victor Lansink
- Spoor- en Tramwegen (Den Haag 11 april 1946).
- Spoor- en Tramwegen (Den Haag 5 december 1946) 408.
- Spoor- en Tramwegen (Den Haag 24 april 1947) 64, 96, 114, 130, 146 en 162.
- Spoor- en Tramwegen (Den Haag 5 juni 1947) 194.
- Overledenen oorlog 40-45