Willem Jacob ’s Gravesande: een vergeten Bossche beroemdheid
Soms kunnen zelfs personen van internationaal aanzien verrassend gemakkelijk verdwijnen in de mist van de geschiedenis. En die mist wordt almaar dikker naarmate de tijd verstrijkt. In de Bossche historie is dit gebeurd met de ooit beroemde Willem Jacob ’s Gravesande (1688-1742).
![]()
Willem Jacob ’s Gravesande tussen een aantal van zijn geleerde (en nog wel beroemde) tijdgenoten. © Huygens: C. Netscher, Haags Historisch Museum. Newton: Gottfried Kniller, National Portrait Gallery, London. ’s Gravesande: [toegeschreven aan] Leendert Springer, Universiteit Leiden. Descartes: Frans Hals, Het Louvre Parijs. Leibniz: C.B.Francke – H.A.U.-Museum, Duitsland.
’s Gravesande was in zijn tijd – de tijd van de VOC, maar ook van de Verlichting – een toonaangevend fysicus, wiskundige en filosoof. Hij bewoog zich soepeltjes in de kringen van (natuur)wetenschappers en denkers zoals Newton, Leibniz, Voltaire, Descartes en Huygens. Hij heeft zowat eigenhandig het grensverleggende gedachtegoed van de geniale Britse geleerde Isaac Newton in Europa geïntroduceerd.
De Bossche families
Willem Jacob ’s Gravesande is in 1688 geboren in ’s-Hertogenbosch. Zijn familie was aan beide kanten stevig geworteld in het Bossche wereldje: via vaders kant in bestuurlijk opzicht, omdat zijn grootvader president-schepen, en zijn vader en drie van zijn broers schepenen waren.
Via moeders kant in stedenbouwkundig opzicht, want Frans Blom, de broer van grootvader Nicolaas Blom, was de ‘timmerman van de parochiekerken deser stadt’ en ’ingenieur van (…) forten van den Bosch’. Onder zijn leiding is tussen 1637 en 1642 het fort Willem-Maria (later: De Citadel) gebouwd.
In totaal zijn zeven familieleden (president)schepen van ’s-Hertogenbosch geweest. Liefst -op z’n minst- negen familieleden liggen begraven in de Sint-Jan. Het zegt duidelijk iets over ’s Gravesandes verbondenheid met ’s-Hertogenbosch.
De grafzerk van Frans Blom (overleden 1647) in de Sint-Jan. © De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch: 315. François Blom, 1647.
Van Delft naar ’s-Hertogenbosch
Niet lang na de inname van de stad in 1629 werd grootvader Laurens van ’s Gravesande door Frederik Hendrik van Oranje vanuit Delft naar ’s-Hertogenbosch gestuurd om in het nieuwe stadsbestuur zitting te nemen. Laurens’ negende kind en derde zoon Dirck, geboren in 1646, mocht vanaf 1670 ook in de Bossche schepenbank plaatsnemen. Omdat zijn oudere broers al eerder overleden waren, volgde hij in 1702 hij zijn vader op als president-schepen.
Levensloop van Willem Jacob
In 1681 trouwde Dirck met Anna Josina Blom, een Bossche van geboorte, die in de Nieuwstraat woonde. Zij was de dochter van Cornelia de Bastynck en Nicolaas Blom, broer van eerdergenoemde Frans, de ‘stadstimmerman’. Uit het huwelijk tussen Dirck en Anna Josina kwamen tien kinderen voort. De vijfde in de rij was Willem Jacob. Hij werd geboren op 27 september 1688 in de Orthenstraat op nummer 25. Een dag later wordt Willem Jacob gedoopt in de Sint-Jan (in het doopregister de Grote Kerk genoemd).
Dit pand op de hoek is Orthenstraat 25. Uit bouwhistorisch onderzoek blijkt dat de constructie van het huis nog grotendeels origineel middeleeuws is. © Google Streetview.
Schoolcarrière
Na eerst een paar jaar thuisonderwijs krijgt Willem Jacob vervolgens regulier onderwijs aan de Latijnse School, gevestigd in het voormalige Arme Fratershuis in de Schilderstraat, en daarna aan de Illustre School.
![]()
De Sacramentskapel van de Sint-Jan. ©Kiev.Victor.
De laatste was toen verdeeld over twee locaties: de ene locatie was de Waalse kerk, die toen in de vroegere Sint Anna-kapel was gevestigd, gelegen aan de huidige Sint Annaplaats.
De tweede locatie was de Mariakapel van de Sint-Jan, die inmiddels Sacramentskapel heet. Dat lijkt nu nogal bizar, maar na 1629 was het uiteraard afgelopen met de katholieke eredienst in de Sint-Jan. De originele functie van de kapel werd door de protestanten verruild voor het gebruik als klaslokaal van de Illustre School.
Naar Leiden en Den Haag
In 1704, wanneer Willem Jacob nog net geen 16 jaar oud is, wordt hij samen met zijn twee broers Ewout Hendrik (19) en Cornelius Christiaan (14!) door zijn vader naar Leiden gestuurd. De broers gaan daar alledrie ‘Regtsgeleerdheid’ studeren - hoewel de interesses van Willem Jacob vooral uitgaan naar techniek en wiskunde.
Al binnen drie jaar, namelijk op 25 oktober 1707, slaagt hij erin zich tot ‘doctor in de Rechten’ te laten bevorderen. Op 19 juni 1708 legt Willem Jacob zijn eed als ‘Advocaat bij het Hof‘ af, waarna ze gedrieën een advocatenkantoor in Den Haag opzetten.
Het ‘Journal littéraire’
In Den Haag komt hij, waarschijnlijk via zijn werk als advocaat, in contact met het literaire wereldje. In 1713 is hij medeoprichter van het (Franstalige) tijdschrift ‘Journal littéraire de la Haye’. Daarin publiceert hij zijn eerste wetenschappelijke artikel: ‘Essai de Perspective’, dat bijzonder veel indruk maakt in ‘natuurfilosofische’ kringen.
In diezelfde kringen (van met name Haagse hugenoten) leert Willem Jacob ook de arts Jacob Sacrelaire kennen. Met diens dochter Anna trouwt hij op 15 oktober 1720 in Den Haag.
Naar Engeland en Sir Isaac Newton
Maar voor het zover is, komt er nog een verrassende carrièreswitch. In 1715 wordt ’s Gravesande meegevraagd op een diplomatieke missie naar Engeland, om de Staten Generaal van de Nederlandse republiek te vertegenwoordigen bij de kroning van koning George I.
Het is voor ’s Gravesande een uitgelezen kans om persoonlijk in contact te komen met zijn grote inspirator Isaac Newton. Al in 1713 had ’s Gravesande gecorrespondeerd met Newton en in het pas opgerichte ‘Journal Littéraire’ een aankondiging laten opnemen van een nieuwe versie van Newtons meesterwerk ‘Principia’.
Wanneer hij in 1715 bij Newton op de stoep staat bestaan er dus al warme banden tussen die twee – ondanks hun compleet verschillende karakters. Op voorspraak van Newton krijgt hij op 9 juni van dat jaar de eer officieel lid te worden van de gerenommeerde Royal Society.
‘Brittania tussen Newton en ’s Gravesande’, schilderij van G.M.de Boni, 1787. Newton (zittend) was in 1715 73 jaar oud, ’s Gravesande een jongeman van 27 jaar. © Collectie Galleria Doria Pamphili.
![]()
Portret door Hendrik van Limborch. De tekst luidt: 'Willem Jacob ’s Gravesande, uit ’s-Hertogenbosch, hoogleraar Wiskunde en Sterrenkunde, en ook Wijsbegeerte, geïnstalleerd 22 juni 1717, geboren 28 september 1688, gestorven 28 februari 1742'. © Universiteit Leiden.
Hoogleraar in Leiden
In het jaar daarop, op 19 mei 1717, wordt zijn carrièreswitch definitief bevestigd door zijn benoeming tot professor in de Wiskunde en de Sterrenkunde in Leiden. Niet veel geleerden zullen hem dat nagedaan hebben: hoogleraar worden in een vakgebied zonder enige voorafgaande officiële studie daarin.
Zijn demonstratiepractica in het ‘Theatrum Physicum’ trekken, ook internationaal, veel aandacht. Hij ontwikkelt zijn eigen lesmateriaal, gebaseerd op de theorieën van Newton. Dat laat hij publiceren in twee standaardleerboeken die later allebei ook in het buitenland gretig aftrek vinden: ‘Wiskundige beginselen der natuurkunde, door experimenten bevestigd, of Inleiding in de Newtoniaanse natuurwetenschap’ (1720) en ‘Inleiding tot de filosofie: metafysica en logica’ (1736).
![]()
Eerste druk van ‘s Gravesandes leerboek natuurkunde ‘Physices Elementa Mathematica’ (1720) © Wikimedia Commons, publiek domein.
![]()
Eerste druk van het leerboek filosofie ‘Introductio ad philosophiam’ (1736) © Wikimedia Commons, publiek domein.
Het internationale succes van ’s Gravesandes leerboeken leidt in 1724 tot een eervolle uitnodiging: als in dat jaar de Academie van Petersburg wordt opgericht biedt tsaar Peter de Grote hem een professoraat aan, op arbeidsvoorwaarden die hij zelf mag bepalen. Toch slaat ’s Gravesande dit genereuze aanbod af, misschien omdat zijn privéleven alle aandacht opeist. Want in 1720 is hij getrouwd met Anna Sacrelaire en juist in 1724 wordt hun eerste zoon, Dirk, geboren. Drie maanden later overlijdt zijn 70-jarige moeder Anna. Die wordt bij haar man Dirck bijgezet in het familiegraf in de Sint-Jan. Een jaar later wordt de tweede zoon, Jacob Willem, geboren.
Het Leidse leven ruw verstoord
De glansrijke carrière die ’s Gravesande langzamerhand heeft opgebouwd wordt plotseling ruw verstoord door het noodlot dat in mei 1739 ongenadig toeslaat. Zijn jongste zoon Jacob Willem wordt plotseling door hoge koorts bevangen waaraan hij vier dagen later overlijdt. Vrijwel meteen daarna treft zijn oudste zoon Dirk hetzelfde lot. Dit dubbele verlies hakt er natuurlijk zwaar in. Het zuigt zijn energie zo sterk weg dat hij drie maanden lang zijn bed nauwelijks verlaat.
Een aangekondigde dood
Deze enorme schok komt ’s Gravesande eigenlijk nooit meer te boven. Het zal ook de voornaamste reden zijn geweest waarom hij in 1740 de uitnodiging van Frederik II van Pruisen voor een leerstoel in Berlijn afslaat, ondanks de warme aanbevelingen van Voltaire en Leibniz.
Even lijkt hij er toch nog weer bovenop te komen, maar twee jaar later is hij echt op. Onverwachts overvalt hem een duizeligheid, gepaard gaand met stuiptrekkingen. Vier dagen later, op 28 februari 1742, overlijdt ’s Gravesande thuis in Leiden – nog geen 54 jaar oud.
Hij wordt begraven in de Pieterskerk in Leiden, en dus niet bijgezet in het familiegraf in de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch.
Tot slot
Uit zijn levensverhaal mag geconcludeerd worden dat Willem Jacob ’s Gravesande een heel bijzondere Bosschenaar was: een man die zijn vleugels heeft uitgeslagen en zich heeft weten te ontwikkelen tot een internationaal gerespecteerd wetenschapper.
Geschreven door Theo van den Wijngaart
Bron: Willem Jacob 's Gravesande (1688-1742): een vergeten Bossche beroemdheid : een ultiem streven naar erkenning, Theo van den Wijngaart, ’s-Hertogenbosch 2025.