voorwerpen

Wandschildering Eppo Doeve toont Bossche wederopbouw

Bijna 10 meter lang en op het hoogste punt ruim 7 meter hoog: dit is een van de grootste wandschilderingen in ’s-Hertogenbosch. Duizenden leerlingen, docenten en bezoekers van het Van Maerlant aan de Onderwijsboulevard (de voormalige Lagere Technische School aan de Sportlaan) zullen hem herkennen. Het werk van kunstenaar Eppo Doeve heeft daar bijna zeventig jaar in het trappenhuis gehangen.

De schildering dreigde verloren te gaan tijdens de ingrijpende verbouwing van het Van Maerlant, maar gelukkig is de kunsthistorische waarde op tijd herkend. Het kunstwerk is gerestaureerd en hangt nu in het Techlab van de Bossche Vakschool. Ook toekomstige generaties scholieren krijgen dankzij dit zeldzame kunstwerk een kleurrijk en fantasievol kijkje in de belangrijke momenten van de Bossche wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog.

Kunstwerk Eppo Doeve in het trappenhuis
Kunstwerk Eppo Doeve in het trappenhuis van het Van Maerlant

De kracht van de Bossche industriële nijverheid

Eppo Doeve toont in deze schildering hoe ‘s-Hertogenbosch de vernietigingen in de Tweede Wereldoorlog in 10 jaar tijd te boven is gekomen en de ontwikkelingen van de moderne, geïndustrialiseerde tijd ten volle heeft benut. De werkende mens en de vooruitgang staan centraal. Van links naar rechts gezien onderscheiden we vijf beeldvlakken die met elkaar worden verbonden door leidingen, buizen en kranen die het  industriële karakter van de schildering versterken.  Het schilderij is aan de rechterkant gesigneerd, op de rechter schoorsteenpijp.

Handtekening van Eppo Doeve in 'de kracht van de Bossche industriële nijverheid'
Signering Eppo Doeve

Herkomst van grondstoffen voor de industrie

Op een wereldkaart geven lijnen aan waar de grondstoffen vandaan komen. Die lijnen lopen als leidingen naar beneden en buigen in een opengewerkte buis naar rechts. Via een koppelstuk met afsluitkraan gaan de grondstoffen naar een potige arbeider. Die stuurt ze weer door naar de moderne fabrieken (aan de rechterkant van het werk) om te worden verwerkt.

Wereldkaart
Wereldkaart met herkomst van de grondstoffen

De vernietigende gevolgen van de bevrijdingsacties in oktober 1944

De stad brandt. In het razende vuur zien we enkel nog zwartgeblakerde balken en spanten als restant van de gebouwen. Op de achtergrond torent het Bossche stadhuis boven de ravage uit.

Detail uit De kracht van de Bossche industriéle nijverheid waarin Den Bosch in brand staat.
Detail waarop 's-Hertogenbosch in brand staat

De kracht van de Bossche arbeider

Grote blikvanger in het werk is een gespierde man, slechts gekleed in een werkbroek. Hij staat model voor de werkkracht van de Bossche arbeiders. De man draait, met de rug naar de kijker, aan een enorm rad. Het rad is verdeeld in kleine vakjes waarin allerlei symbolen staan voor verschillende ambachten en industrievormen. Zoals bakker en boer, de schoen-, papier-, brouwerij- en weefindustrie en de spoorwegen.

Op de trap onder de wijd gespreide benen van de man lopen heel veel mensen, op weg naar hun werk. Links van de trap staat een groep arbeiders, rechts daarvan witgejaste mensen in een soort machinekamer. Onder de rechtervoet van de man staat het Bossche stadswapen. De tekst ernaast is een citaat van de Bossche kroniekschrijver Albertus Cuperinus (ca 1500 – na 1560) uit zijn werk “Die Chronicke van der vermaerder ende vromer stad van ’t Sertogenbosch”.

“Sij sijn seer neerstich om haer broot te winnen sij doen haer kinderen van joncx op een ambacht leeren scholen gaen of leeren comenschappen.” Deze tekst is ook te lezen op de vaas van Vreugde op het Julianaplein. In hedendaags Nederlands staat hier: “Zij verdienen ijverig hun brood, zij laten kinderen van jongs af aan een ambacht leren, naar school gaan, of het koopmansvak leren”.

De kracht van de Bossche industriële nijverheid

Gezicht op de stad 's-Hertogenbosch in 1955

Tussen twee industriële schoorsteenpijpen op de voorgrond door kijk je uit over de Zuid-Willemsvaart, een belangrijke verkeersader voor de industrie. De rook van een onzichtbare derde pijp kringelt omhoog, om het rad van de arbeider. Schepen worden in- en uitgeladen. Links en aan de horizon zien we talloze fabrieksgebouwen en het icoon van onze stad, de Sint-Jan. Op de rechteroever zien we twee spelers op een tennisveld. 

Detail van de Zuid-Willemsvaart uit de kracht van de Bossche industriële nijverheid
Detail van de Zuid-Willemsvaart

Een bedieningspaneel van een machine (rechtsonder)

De metertjes en knoppen staan symbool voor de moderne industrie en het toenemende belang van techniek. Hetgeen natuurlijk zeer toepasselijk was voor de leerlingen van de Lagere Technische School (LTS). Dit deel is door Doeve toegevoegd aan het werk toen dat zijn plek kreeg in het trappenhuis van de LTS.

Detail van een bedieningspaneel in de kracht van de Bossche industriële nijverheid
Detail van een bedieningspaneel

Etappe 1945-1955: boeiend beeld van de groei van een stad

In mei 1955 organiseerde de gemeente ’s-Hertogenbosch aan de Hekellaan een spraakmakende manifestatie onder de titel 'Etappe 1945-1955'. Het was een groot spektakel, met een enorme bloementuin waar in het midden een grote maquette stond van de stad zoals die er naar verwachting in 1975 uit zou zien. In het Vermaakcentrum kon men genieten van een Oosterse tuin en de klanken van een heus waterorgel.

De zeer succesvolle vormgever Wim Crouwel (1928-2019) richtte in een aantal tenten een spraakmakende tentoonstelling in die het resultaat liet zien van 10 jaar succesvolle stedelijke en industriële wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. In verschillende paviljoens kwamen allerlei aspecten aan de orde. Zoals de vernielingen tijdens de oorlog, de strijd tegen werkloosheid, de stad als koop- en winkelstad, de woningbouw, recreatie en cultuur. Voor dat laatste onderwerp richtten de studenten van de Bossche kunstacademie diverse vitrines in.

Uiteraard was er ruime aandacht voor de vele nieuw gevestigde bedrijven die werk boden aan de Bosschenaren. Crouwel schakelde gerenommeerde namen in uit de culturele sector. Zo liet hij de teksten bij de tentoonstelling maken door de dichter Jan Elburg. Beeldend kunstenaar Marius de Leeuw maakte een grote wandschildering ter herinnering aan de oorlogsslachtoffers.

Industriehal van de Tentoonstelling Etappe 1945-1955
Industriehal van Etappe 1945-1955. Bekijk in beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.

Detail van de apotheose tent bij de Tentoonstelling Etappe 1945-1955.
Apotheosetent Etappe 1945-1955. Bekijk in beeldbank Erfgoed 's-Hertogenbosch.
 

De Bossche industriëlen boden de stad een enorme wandschildering aan (op 25 panelen Okoumé-multiplex) gemaakt door kunstenaar Eppo Doeve. Met de bedoeling dat het werk na afloop van de tentoonstelling zou worden geplaatst in de net gebouwde LTS aan de Sportlaan. Het werk kreeg als titel ‘de kracht van de Bossche industriële nijverheid’.

Eppo Doeve maakte het werk persoonlijk op maat voor plaatsing in het trappenhuis van de school. Het rechthoekige werk bedekte namelijk maar een deel van  het trappenhuis waar het moest komen te hangen. Dus liet de echte schooltrap als het ware doorlopen in het schilderij en maakte hij er een extra paneel bij. Dit extra paneel vormt dus het vijfde beeldvlak, met het bedieningspaneel van een machine.

Monumentale kunst

In de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog gold de verplichte 1,5%-regeling, waarbij 1,5% van de bouwsom moest worden besteed aan kunst in, aan en om overheidsgebouwen. Ook het bedrijfsleven volgde dit principe. Gerenommeerde kunstenaars verfraaiden de nieuwbouw met metersgrote wandschilderingen, beeldhouwwerk of glaskunstwerken. Zo prijkt nog steeds boven de ingang van het Van Maerlant-college het beeldhouwwerk “vogel” van Marinus van Beek dat ook via deze regeling werd aangebracht.)

Monumentale kunst valt helaas regelmatig ten prooi aan de sloopkogel. Want de kunstwerken zijn op zichzelf natuurlijk tijdloos en waardevol, maar de gebouwen waarvan ze deel uitmaken zijn dat meestal niet. Bij de sloop of renovatie van veel verouderde gebouwen leggen de kunstwerken dan ook vaak het loodje. Omdat het niet als kunst wordt her- dan wel erkend of omdat verwijderen niet mogelijk is (of lijkt). Dus gaan ze verloren, tenzij er tijdig actie wordt ondernomen om ze te redden. Zoals nu voor de bijzondere wandschildering van Eppo Doeve in het Van Maerlant.

Eppo Doeve
Eppo Doeve in zijn atelier, 1951. Bekijk in beeldbank Nationaal Archief.

Eppo Doeve (1907-1981): veelzijdig kunstenaar met ongekend talent  

Jozef Ferdinand Doeve werd geboren te Bandoeng in Nederlands Indië. Daar kreeg hij van zijn baboe (kindermeisje) een koosnaam mee: Eppy. Veel later werd dat Eppo. Vanaf het moment dat hij een potlood kon vasthouden tekende hij vrijwel continu. En met uitzonderlijk talent. Maar dat was hobby, geen serieus werk. Hij ging in 1927 naar Nederland om aan de Landbouw Hogeschool te Wageningen Koloniale Landbouw te gaan studeren.

In Wageningen trok zijn werk als redacteur en illustrator van het studentenweekblad Ceres en de Wageningse studentenalmanak de aandacht van de directie van het vooraanstaande reclamebureau DelaMar in Amsterdam. Via hen kreeg hij de ene na de andere commerciële opdracht, met name voor Philips. Hij gaf al na twee jaar zijn studie in Wageningen op want het tekenwerk eiste al zijn tijd op. Bovendien bracht het ook veel meer geld in het laatje.

Eppo Doeve aan het werk
Eppo Doeve aan het werk in zijn atelier, 1954. Bekijk in beeldbank Nationaal Archief.

Het werk van een duivelskunstenaar bij alle Nederlanders thuis

Eppo heeft enorm veel werk geproduceerd. Dat was mede mogelijk door zijn extreem talent en ongekend hoge werktempo. Hij kon heel snel tekenen en dat zelfs met twee handen tegelijk. Als het moest kon hij een ingewikkeld tafereel zelfs ondersteboven tekenen. Dat alles leverde hem de bijnaam ‘duivelskunstenaar’ op. Hij is waarschijnlijk een van de meest populaire, maar ook de best verdienende Nederlandse tekenaars van de 20ste eeuw.

Er is een tijd geweest dat elke Nederlander vrijwel dagelijks met zijn werk in aanraking kwam (al had hij daar vaak geen erg in). Was het niet door de vele advertenties en posters die Eppo voor het bedrijfsleven maakte, dan was het wel door de duizenden illustraties, vignetten en spotprenten die hij maakte voor o.a. Algemeen Handelsblad, de Avrobode, De Groene Amsterdammer, Haagsche Post, Vrij Nederland. Elseviers Weekblad, en de Telegraaf. Keek je tv, dan zag je hem als vaste gast in verschillende programma’s als sneltekenaar.

Eppo Doeve werkt aan maquette decor
Eppo Doeve werkt aan maquette decor, 1951. Bekijk in beeldbank Nationaal Archief.

Denk ook aan de theaterdecors  en de duizenden Prisma-boekomslagen. En iedereen had zijn werk in de portemonnee; van 1950 tot in de jaren 1970 betaalde je met bankbiljetten die door hem waren ontworpen (namelijk de briefjes met bekende figuren uit de vaderlandse geschiedenis). En daarmee is zijn werk nog lang niet compleet beschreven.

Hoewel ongekend populair in zijn tijd, is hij nu helaas vrijwel vergeten. En dat is jammer want ook nu is zijn werk nog aansprekend. Daarom is het fantastisch dat zijn grote wandschildering in 's-Hertogenbosch gerestaureerd is en behouden blijft in het Techlab van de Bossche Vakschool aan de Hervensebaan.

Geschreven door Len Janssens

Bronnen

  • Jacobs, J. en N. Vervat; Waardestelling van de wandschildering ‘voor de industrie’ van Eppo Doeve in het Van Maerlant-College te ’s-Hertogenbosch
  • Euwijk, J.; Eppo Doeve Ter herinnering 1907-1981; Elsevier Reed; 2013
  • Heinemans,J. en J.H. Wories; Eppo Doeve - Portret van een duivelskunstenaar Elsevier; 1982
  • Pola, A.; De wereld van Eppo Doeve - Politieke prenten 1948-1980; Elsevier; 1984
  • Otte, M.; Doeve monumentaal; Jeka Speciaaldrukkerij; s.a. (1988)
  • www.eppodoeve.nl

Ook interessant