Erfgoed 's-Hertogenbosch is een prima begin voor onderzoek naar de geschiedenis van de woonomgeving of van een pand in de gemeente ’s-Hertogenbosch. Ieder huis, jong of oud, heeft historie: door de ouderdom of door de woonomgeving. Geschiedenis is namelijk overal. De vraag “ik wil wat meer weten over de geschiedenis van een pand” kent verschillende antwoorden. Ieder antwoord heeft ook z’n eigen soort bronnen.
Op de pagina Beeld & Geluid staat een groot deel van het beeldmateriaal van het archief digitaal. Zo krijg je snel een indruk hoe een huis of een straat er vroeger heeft uitgezien.
In de Bossche Encyclopedie staat veel informatie over panden uit verschillende bronnen.
In de bibliotheek zitten verschillende publicaties over gebouwen. De catalogus van de bibliotheek is via deze website te raadplegen. Op deze manier bereid je een bezoek aan de studiezaal voor. Het archief leent namelijk niets uit. Wel maken we tegen betaling fotokopieën. Een groot deel van het beeldmateriaal staat digitaal op de website. Maar nog niet alles. Bijvoorbeeld grotere kaarten en verschillende collecties bouwtekeningen. Deze zijn wel in de studiezaal te bekijken. Van dergelijke grote formaten maken we geen fotokopieën. Wel mogen er, onder voorwaarden, foto’s van worden gemaakt.
Erfgoed 's-Hertogenbosch heeft geen bouwtekeningen en bouwvergunningen vanaf ongeveer 1905. Deze zijn aan te vragen via de website van de gemeente. Gaat het over een monumentaal pand dan is er waarschijnlijk al onderzoek naar het pand gedaan. Stuur in dit laatste geval een mailtje naar erfgoed@s-hertogenbosch.nl. Gespecialiseerde medewerkers nemen dan met u contact op.
Combineer gegevens over eigenaren en bewoners met elkaar. Houd rekening met met regelmatige veranderingen in de nummering van panden en percelen.
Informatie over de bewoners van een pand staat in de twintigste eeuw op de zogenaamde woningkaarten. Vóór 1920 in het bevolkingsregister (1812-1920) en de adresboeken (1863-1978). Vóór ongeveer 1811 zijn de blokboeken (1746-1809) en andere administraties van bewoners, eigenaren interessant. Raadpleeg voor meer informatie de inventaris van het ‘Oud-Stadsarchief 1262-1810’, hoofdstuk VIII Bevolking.
Informatie over de eigenaren van een pand staat voor 1832-1988 in het kadaster. Wie is eigenaar geweest van een perceel in de loop van de tijd? Wat is er allemaal veranderd aan de grootte en de bebouwing van een perceel? Houdt er wel rekening mee dat het kadaster een eigen ‘adressering’ gebruikt. Deze nummering heeft de letter van een sectie en een volgnummer binnen die sectie. Raadpleeg voor meer informatie de pagina Kadastrale archieven. Let op: voor ’s-Hertogenbosch ontbreekt een deel van het archief van het kadaster over 1832-1877. Deze periode is wel aanwezig bij het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) en bij het kadaster. Bij het BHIC kan gezocht worden op een beveiligde website van het kadaster. Hierop zijn de eigendomsoverdrachten, nieuwbouw, afbraak van panden en splitsing/samenvoeging van percelen over de periode 1832-circa 1988 geregistreerd. Om te kunnen zoeken is bv een kadastraal nummer van het pand of het perceel nodig. De registraties die gevonden worden verwijzen naar andere eigenaren, andere perceelnummers en naar een deel en nummer van het hypotheekregister (eveneens in het BHIC).
In het Oud-Rechterlijk Archief van ’s-Hertogenbosch (archiefnummer 0014) zitten veel transportakten. Gegevens uit deze akten zijn ingevoerd in een database die online te raadplegen is: ‘transportakten binnen de vesting 's-Hertogenbosch’. Deze database gaat over de periode 1610-1835. De basis is het Bosch’ Protocol waarin alle transportakten van onroerend goed in stad en vrijdom van ’s-Hertogenbosch zijn afgeschreven en de registers van de 60e penning. Deze 60e penning was een door de stad geheven overdrachtsbelasting op alle onroerende goederen. Deze belasting is tot 1809 geheven. In de database staat niet alles: raadpleeg daarom de originele akte. Het Bosch' Protocol is ook digitaal beschikbaar op onze website.
De staten van de zestigste penning moeten uit het depot worden aangevraagd. (archiefnummer 1, inventarisnummers 2512-2617) Alleen transportakten betreffende onroerende goederen binnen de muren van de stad zijn opgenomen; akten waarin een rente of hypotheek wordt gevestigd of waarin een persoon afstand doet van zijn of haar recht van vruchtgebruik (‘afgaan van de tocht’) zijn niet opgenomen. De omschrijving van de aard van het object en de persoonsnamen zijn gestandaardiseerd; de namen van de straten zijn vertaald naar de hedendaagse straatnamen.
Houdt rekening met het volgende: vroeger telde ’s-Hertogenbosch veel meer doorlopende steegjes dan nu. Deze heetten veelal “Achter…” gevolgd door de naam van het huis aan de hoofdstraat waar de steeg begon. De ingang tot het slop was vaak een poort. Bij de benaming van de straten in het register is uitgegaan van de naamgeving in 1940. Sindsdien zijn er nog meer stegen verdwenen en is de benaming in onbruik geraakt. Wanneer u een persoon zoekt die in een steeg aan bijvoorbeeld de Vughterdijk woonde en u krijgt hem niet te pakken, dan kan het lonen om te zoeken op de naam Vughterdijk. In het veld ‘Bijzonderheden 1’ staat dan aangegeven ‘gelegen aan een straatje’ of ‘gelegen aan een gangetje’. De woningen in de stegen moeten, gezien de uiterst lage verkoopwaarde, zeer slecht zijn geweest. Het waren de legendarische krotten waarvan men aan het einde van de negentiende eeuw begon te eisen dat ze opgeruimd zouden worden. De Woningwet van 1901 maakte het mogelijk deze wantoestand aan te pakken. Het huizenregister laat zien dat deze krotten al in de zeventiende eeuw bestonden. Raadpleeg voor informatie over vervallen straatnamen en oude steegjes www.bossche-encyclopedie.nl
Beperkingen van de database: Vele huizen in ’s-Hertogenbosch waren verhuurd; in de transportakten worden slechts zelden namen van huurders genoemd. Andere namen komen echter zeer vaak voor: dit zijn de “huisjesmelkers”.
Het is een register van transporten: aan een transport kon een verkoop, schenking of ruil voorafgaan. Wanneer onroerend goed overging op een andere eigenaar moest de akte voor de schepenen worden getransporteerd. Maar bij een erflating ging onroerend goed zonder tussenkomst van de overheid over in andere handen. Dit betekent dat bijvoorbeeld een huis wat gedurende lange tijd in handen van dezelfde familie is gebleven niet of zelden in het register voorkomt. Na 1811 ging de verplichting om transporten te laten vastleggen over naar de notarissen. Dit betekent dat vanaf 1811 de meeste transportakten in notariële archieven te vinden zijn.
Om te zoeken in de transportakten ga je naar: zoeken.erfgoedshertogenbosch.nl. Zorg dat alleen ‘Akten en registers’ is aangevinkt en kies bij 'Soort akte': transportakten binnen de vesting ’s-Hertogenbosch.