Kadastrale archieven

Wat is het kadaster?

Het kadaster is als het ware de burgerlijke stand voor percelen in Nederland. In het kadaster staat:

  • Wie eigenaar is geweest van een perceel;
  • Wat de afmetingen van het perceel waren;
  • Waarvoor het perceel werd gebruikt;
  • Hoeveel belasting de eigenaar moest betalen.

Dat laatste is de reden voor de oprichting van de voorloper van het Kadaster. Het Kadaster en Openbare Registers is opgericht in 1832.

Vanwege de belastingheffing begon men in 1811 al met het opmeten van percelen. Deze gegevens zijn vastgelegd in zogenaamde minuutplans. Deze minuutplans zijn na 1832 niet meer bijgehouden. Ze geven zo als het ware de bevroren toestand in dat jaar weer.

Ook de bijbehorende registers van eigenaren geven de situatie uit 1832 weer. Deze registers worden de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels (OAT) genoemd. 

Wat is de indeling?

In het kadastrale stelsel wordt de kadastrale gemeente ingedeeld in secties. De secties duidt men aan met een letter. De secties zijn op hun beurt weer onderverdeeld in percelen, aangeduid met een cijfer. Nooit kunnen binnen één sectie twee percelen hetzelfde nummer dragen. Wanneer de grenzen van een perceel wijzigen verandert ook het nummer. Een rood streepje onder het nummer geeft aan dat het nummer is veranderd.

De inschrijvingen in de OAT’s zijn tamelijk uitvoerig. Per perceel worden vermeld: 

  • Nummer;
  • Aard;
  • Bestemming;
  • Grootte;
  • Klasse;
  • Eigenaar;
  • Huurwaarde of belastbare opbrengst. 

Van de eigenaren worden namen, beroepen, woonplaatsen en (soms) artikelnummers van de kadastrale leggers vermeld. In deze kadastrale leggers staan de wijzigingen vermeld die zich na 1832 (de “bevroren” beginsituatie) hebben voorgedaan. 

In deze leggers kunt u zoeken op perceelsnummer én op achternaam. In de alfabetische index van de legger wordt u doorverwezen naar een artikelnummer in de legger. Via dat artikelnummer wordt u doorverwezen naar een perceelsnummer. Hebt u gegevens uit een periode ruim na 1832? Dan kunt u via de kadastrale legger en de verschillende toegangen op achternaam en perceelsnummer de geschiedenis van een perceel traceren. Zo kunt het perceelsnummer van 1832 vinden. Daarmee kunt u weer in de OAT en op het minuutplan gegevens opzoeken. 

Let op:

  • Het kadaster registreert het eigendom (en het vruchtgebruik), niet de bewoning. Namen van huurders zult u er dus niet in vinden.
  • Het kadaster werkt niet met adressen.
  • Op kaarten zijn alleen topografische details aangegeven die van belang zijn voor het eigendom of andere rechten. 

Literatuur

  • F. Keverling Buisman en E. Muller, “Kadaster-gids”: gids voor de raadpleging van hypothecaire en kadastrale archieven uit de 19de en de eerste helft van de twintigste eeuw (’s-Gravenhage 1979). 
  • M.A.W. Gerding, Dorpsgeschiedenis: bewoning en bewoners (Zutphen 1983). Uit de serie cahiers voor lokale en regionale geschiedenis. 
  • Open kaart: een informatief boekje over het kadaster en openbare registers (Apeldoorn 1975). 

’s-Hertogenbosch

In de beeldbank van Erfgoed 's-Hertogenbosch vindt u de beschrijvingen van de minuutplans. Op dit moment zijn er nog geen scans beschikbaar. De originelen kunt u inzien op de studiezaal. Kadastrale leggers 1877-1970: Nieuw-Stadsarchief van ’s-Hertogenbosch. Zie voor meer informatie de inventaris. De leggers met informatie over de periode 1832-1877 ontbreken.

De Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch heeft een reconstructie gemaakt van het onroerend goed binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch. De reconstructie geeft de situatie van ongeveer 1830 weer. Neem voor meer informatie contact op met een van de studiezaalmedewerkers. 

Bokhoven

Minuutplans zijn niet aanwezig bij Erfgoed 's-Hertogenbosch. Deze bevinden zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum.

Kadastrale leggers tot 1958: Inventaris van het archief van de voormalige gemeente Bokhoven, 1813-1922, inventarisnummers 384-387.

De Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch heeft een reconstructie gemaakt van het onroerend goed binnen de gemeente Bokhoven. De reconstructie geeft de situatie van ongeveer 1830 weer. Neem voor meer informatie contact op met een van de studiezaalmedewerkers. 

Engelen

Minuutplans zijn niet aanwezig bij Erfgoed 's-Hertogenbosch. Deze bevinden zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum.

Kadastrale leggers 1832-1958. Nieuw-Archief van de gemeente Engelen, 1821-1971, inventarisnummers 545-551.

De Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch heeft een reconstructie gemaakt van het onroerend goed binnen de gemeente Engelen. De reconstructie geeft de situatie van ongeveer 1830 weer. Neem voor meer informatie contact op met een van de studiezaalmedewerkers. 

Empel en Meerwijk

Minuutplans zijn niet aanwezig bij het Stadsarchief. Deze bevinden zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum.

Kadastrale leggers 1877-1969: in het archief van de voormalige gemeente Empel en Meerwijk is in een bijlage beschreven welke kadastrale leggers aanwezig zijn bij het Stadsarchief. De leggers met informatie over de periode 1832-1877 ontbreken.

De Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch heeft een reconstructie gemaakt van het onroerend goed binnen de gemeente Empel. De reconstructie geeft de situatie van ongeveer 1830 weer. Neem voor meer informatie contact op met een van de studiezaalmedewerkers. 

Rosmalen

Minuutplans zijn als digitale foto’s beschikbaar in de Historisch-Topografische Atlas.

De OAT 1832: archief van de gemeente Rosmalen 1811-1932, inventarisnummer 2030.

Kadastrale leggers 1832-1958: archief van de gemeente Rosmalen, 1811-1932, inventarisnummers 2032-2043. 

Nuland

Minuutplans zitten in de collectie kaarten, luchtfoto’s enz. van Nuland.

De OAT’s 1932 en kadastrale leggers 1832-1986): archief van de gemeente Nuland 1813-1940: inventarisnummer 600-664.