Archeologische vondsten onder vloer Groot Tuighuis

Archeologen hebben onder de vloer van het Bossche Groot Tuighuis verschillende vondsten gedaan, waaronder een schedel en een grafsteen. Op dit moment vindt in dit 15e-eeuwse gebouw aan de Bethaniestraat een verbouwing plaats tot modern Erfgoedcentrum. Hiervoor is voorzichtig de tegelvloer uit de jaren 1920 verwijderd.

Een archeoloog houdt een opgegraven schedel in zijn hand.
Een archeoloog houdt een opgegraven schedel in zijn hand.

Riool

Na het verwijderen van de vloer zijn sleuven gegraven voor de aanleg van nieuwe riolering. Hierin ontdekten archeologen vondsten die meer vertellen over deze historische locatie: skeletmateriaal, een fragment van een grafzerk en een mergelstenen bouwfragment. Daarnaast zijn scherf- en metaalvondsten gedaan.

Skeletten

Het gebouw heeft veel verschillende gebruikers gekend. Het begon in de 15e eeuw als de Sint-Jacobskerk en was daarna wagenhuis, paardenstal, militair arsenaal en museum. In de tijd van de Sint-Jacobskerk zijn verschillende Bosschenaren onder de vloer begraven. Dit skeletmateriaal is door eerdere werkzaamheden in de bodem, zoals de aanleg van de vloer in de jaren 1920, in de bovenste lagen grond terechtgekomen.

Naast menselijk skeletmateriaal hebben archeologen ook dierlijk botmateriaal aangetroffen. Mogelijk is vroeger materiaal van elders in de stad aangevoerd om de vloer op te hogen.

Menselijk botmateriaal, onderkaak
Menselijk botmateriaal

Onderkaak van een rund
De onderkaak en de onderkaak van een rund

Grafsteen

Een andere opvallende vondst is een stuk grafsteen. Archeologen hebben de steen schoongemaakt en daarbij kwam de volgende tekst tevoorschijn:  “de greef sterf de(n) 6 nove(mber) 167...

Dit geeft aan dat de grafsteen gemaakt is voor iemand met de (achter)naam Greef, die is overleden op 6 november 167… Het laatste cijfer van het jaartal ontbreekt, maar deze persoon moet tussen 1670 en 1679 zijn gestorven.

Opvallend, gezien de geschiedenis van de Sint-Jacobskerk. Tot 1689 is het gebouw als (protestantse) kerk gebruikt en is er dus ook nog in de kerk begraven. Na 1689 nam de cavalerie van het leger het gebouw in gebruik als paardenstal.

Een deel van een grafsteen uit de 17e eeuw
Een deel van een grafsteen uit de 17e eeuw, voor reiniging

Grafzerk na reiniging
De grafsteen na reiniging

Mergelsteen

Achterin het koor, waar tot 2021 de Azijnfabriek zat, is een stuk mergelsteen gevonden. Zeer waarschijnlijk was dit onderdeel van de gewelven in het koor van de Sint-Jacobskerk. De gewelven zijn vermoedelijk afgebroken in 1752 toen het oude kerkgebouw veranderde in een militair arsenaal voor de naastgelegen Jacobskazerne. Na het verwijderen van de gewelven konden drie opslagzolders in het gebouw gemaakt worden voor wapentuig. (Vandaar de naam Groot Tuighuis!)


Een bouwfragment van mergelsteen
Een bouwfragment van mergelsteen. Vermoedelijk uit de kerk-fase van het gebouw.

Musketkogels

De archeologen hebben ook scherven en metalen vondsten aangetroffen. Deze dateren vanaf het einde van de 16e tot en met het midden van de 18e eeuw. Op de foto’s zie je stukjes pijp, aardewerk, faience (imitatie-porselein), muntjes, een vingerhoed en musketkogels. Deze vondsten zijn voor archeologen relatief minder interessant, omdat ze geen nieuw verhaal toevoegen aan de historie van het Groot Tuighuis.

Diverse keramieken vondsten
Diverse keramieken vondsten waaronder faience en rood aardewerk met ringeloor versiering.

Diverse keramieken vondsten
Stukjes aardewerk en pijpmateriaal

Metalen vondsten
De metalen vondsten bestaan onder andere uit muntjes, een vingerhoed en musketkogels.

Metalen vondsten

Bewaarplaats

Alle vondsten krijgen een plek in het depot van Erfgoed ’s-Hertogenbosch. Na de werkzaamheden voor de vloerverwarming en het riool zal de tegelvloer uit de jaren 1920 weer terugkeren in het nieuwe Erfgoedcentrum.

Meer info